Ja, dat was wat. Dat vorige blog. Cynisch. Nogal. Beroerde een pijnplek bij veel mensen. Terwijl ik toch niet echt iets nieuws zei. Over die werkelijkheid waarin we daten, liefhebben, kinderen krijgen. Kinderen krijgen.
Vanuit een kinderwens als uiting van liefde tussen twee mensen. En ja, soms met het syndroom van Down. Voor veel vrouwen direct een overweging het weg te laten halen. Dat is een hard en onderzocht feit. Zonder onmiddellijk strafrechtelijke vervolging. De vlokkentest. Het ziekenhuis wijst ze de weg. Het is maatschappelijk geaccepteerd. Daar ligt een model van meer en minder mens aan ten grondslag. Terwijl het kinderen zijn, net als ieder ander, met hun eigen kwaliteiten en mogelijkheden. Zodat ik niet voor niets verwees ik naar een bepaalde tijd. Ach, en het was nog maar een voorbeeld. Een kritisch geluid over de maakbare wereld. Waarin we überhaupt niet meer kijken naar eigen mogelijkheden, naar eigen zijn, naar eigen menselijke waarde. Alleen maar beheersen, controleren, sturen. Van gedragstherapie tot psychiatrie. Alles naar onze hand zetten. Volgens een bepaald model. Het scheermes van de normaliteit. Tot zelfs de hele mens tot stroompjes, stofjes en brein reduceren. Daar wordt het dan nog weer een stuk makkelijker van. In plaats van elkaar in ons diepe menszijn te beluisteren.